De klokken van Zevergem

De toren van Zevergem bezit twee klokken. Een kleine klok ; met haar geschat gewicht van ongeveer 140 kg meteen de kleinste van heel de parochie. En een grote klok: met haar 1130 kg de zwaarste van heel de parochie en ook de enige die meer dan 1000 kg weegt. Ook in toonhoogte zijn het de hoogst (hoge fa) en de laagst klinkende klok (mi) van de parochie. Soms spreekt men in dit geval niet van twee klokken, maar van een klok en een schel. Ze lopen in toonhoogte ver uit elkaar (meer dan een octaaf) en vormen dan ook niet echt een ensemble.

De kleine klok heet Sint-Andreas en dateert van 1631. Bij het gieten moet iets misgelopen zijn, want de N van ANDREAS is wat verzakt. Bijzonder in de versiering van de klok is het voorkomen van een schelp in hoog-reliëf. Waarschijnlijk werd hier een echte schelp gebruikt in de gietvorm. Vanwege het heel summiere opschrift is het onduidelijk of de klok voor Zevergem gegoten werd, dan wel van elders afkomstig is. Merkwaardig is het nog aanwezige houten luidwiel van deze klok, wat een zeldzaamheid begint te worden. Helaas kan de klok niet meer luiden maar enkel aangeslagen worden, hoewel de installatie om te luiden nog intact is. Bij het luiden wordt de klok heen en weer geslingerd waarbij de klok de klepel als het ware opschept, waardoor iedere slag weer anders klinkt en er zo een levendige klank ontstaat. Bij het aanslaan met een hamer van buiten af zijn alle slagen precies gelijk, wat een saaiere klank oplevert. Alle andere klokken van de parochie kunnen wel geluid worden.

(klik op een foto voor een grotere weergave)

De grote klok is een heel typische Michielsklok uit 1951. Haar naam is Maria of Maria Assumpta, naar de patroonheilige van de kerk. Na de oorlog waren de meeste klokken door de Duitsers gevorderd en omgesmolten, en moesten vervangen worden. De gieterij Michiels uit Doornik was daarbij de grootste leverancier voor Vlaanderen. Bij zo een klok die een vorige klok vervangt, staat dan meestal de geschiedenis van die vorige klok in het opschrift, dat ze geroofd en vervangen werd, maar bij de klok in Zevergem is dat niet het geval. Toch lijkt het ons niet onwaarschijnlijk dat ze een vorige klok vervangt. De klok draagt sporen van inslagen. Of dit na het gieten gebeurd is, dan wel in de gietvorm voor het gieten is onduidelijk. Ook vermeldenswaardig is het feit dat nog een gedeelte van de inrichting aanwezig is voor het manueel luiden op traditionele wijze, waarbij de klok volledig wordt omgedraaid en tegen een stop kan rusten, om zo het luidtempo te kunnen aanpassen. Bij ons weten wordt zulke manier van luiden enkel nog in Hamme-Zogge toegepast.